Nieuws

Meer biologische landbouw, goed voor klimaat, natuur en dierenwelzijn?

Bron foto: Monticelllo, iStock (iStock)
Samenvatting
  • Onderwerp
    biologische landbouw, broeikasgassen, duurzame bodem, dierenwelzijn
  • Interessant voor
    beleidsmakers, akkerbouwers, tuinders, melkveehouders
Bekijk de bronnen
Meer biologische landbouw in Nederland zorgt voor minder uitstoot van broeikasgassen en voor een meer robuuste natuur. Of het ook een positief effect heeft op dierenwelzijn is onduidelijk. Maar er zijn nog stevige belemmeringen voor de groei van biologische landbouw, met voorop de lage vraag naar biologische producten

De Nederlandse landbouw staat voor een transitie waarbij de landbouw duurzamer moet worden en de voedselproductie voldoende blijft. In opdracht van het ministerie van LNV onderzocht Wageningen University and Research wat de duurzaamheidseffecten zijn van meer biologisch landbouwareaal in Nederland.  

Nederland wil forse groei biologisch areaal 

De bedoeling van de Europese Unie is dat er in 2030 op minimaal 25 procent van het Europese landbouwareaal biologisch wordt geboerd. Nederland wil bijdragen aan dat doel met minimaal 15 procent biologische landbouw. Dat betekent een forse groei van de biologische landbouw in Nederland, want op dit moment is 4 procent (76.000 ha) van het Nederlandse landbouwareaal biologisch. Het gaat momenteel om 19.500 ha akkerbouw/vollegrondsgroenteteelt en 56.600 ha melkveehouderij. 

Minder voedselproductie 

Het rapport stelt dat de voedselproductie afneemt, als er meer biologische landbouw komt in Nederland. De melkproductie daalt doordat biologische koeien gemiddeld 23 procent per koe minder produceren en doordat er minder koeien per ha worden gehouden. Bij de akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt is er minder kg opbrengst per ha, dit is afhankelijk van het gewas 14-36 procent per ha minder.  

Uitstoot broeikasgassen akkerbouw/vollegrondgroenteteelt 

Meer Nederlandse biologische akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt zorgt voor minder emissie van broeikassengassen in vergelijking met gangbare teelt, blijkt uit het rapport. De emissies bij zowel gangbare als biologische akkerbouw zijn wel zeer afhankelijk van welk gewas wordt geteeld. De vermindering komt allereerst door minder uitstoot voor de productie en transport van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen voor de akkerbouw/vollegrondsgroenteteelt. Daarentegen kost de mechanische onkruidbestrijding per ha meer brandstof dan bij gangbare landbouw.  

Uitstoot broeikasgassen melkveehouderij 

Als de emissie gekoppeld wordt aan de inputs, stoot de biologisch melkveehouderij minder broeikasgassen uit, is in het rapport te lezen. Dat komt doordat de biologische melkveehouderij minder krachtvoer, geen kunstmest en geen chemische gewasbeschermingsmiddelen gebruikt. Hierdoor is er minder energie nodig voor productie en transport. Daarnaast is er minder landgebruik nodig voor productie van veevoer in het buitenland. Maar het is onduidelijk hoeveel lager de emissie is, omdat er geen data zijn voor de CO2 footprint van buitenlands biologisch veevoer  

Bodem, natuur en dierenwelzijn 

De verwachting van de onderzoekers is dat meer biologisch areaal kan leiden tot een betere bodem met een hoger gehalte organische stof. Ook verwachten zij meer koolstofvastlegging in de bodem door een groter percentage (blijvend) grasland. De verwachting is dat biologische bodems ook beter bestand zijn tegen extreem weer. 

De Nederlandse natuur heeft baat bij meer biologische landbouw door minder nitraatuitspoeling en minder ammoniakemissie. Ook minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en diergeneesmiddelen en meer biodiversiteit op de bedrijven versterkt de natuur.  

Of het dierenwelzijn toeneemt als er meer biologische landbouw komt, is op dit moment nog niet met onderzoek aan te tonen. Het vermoeden bestaat dat in de biologische veehouderij meer gewerkt wordt vanuit de principes van dierwaardige veehouderij dan in de gangbare veehouderij.  

Kan het? 

Het rapport noemt 5 struikelblokken voor de toename van biologisch landbouw in Nederland: 

  1. Er is weinig vraag naar biologische producten in Nederland en de EU. De groei hierin is traag.
  2. De beschikbaarheid van grond voor extensivering. 
  3. Een tekort aan biologische mest. 
  4. De geringe beschikbaarheid van biologisch veevoer. 
  5. In de huidige arbeidsmarkt is er te weinig arbeid beschikbaar voor onkruidbestrijding. Arbeid is momenteel duur. Innovatie van mechanische onkruidbestrijding is nodig om groei van biologische akkerbouw en vollegrondsgroenteelt mogelijk te maken.   

    Aanbevelingen

    Voor vergroting van het biologische areaal in Nederland mogelijk is, moet er nog veel gebeuren. Dit zijn de belangrijkste aanbevelingen uit het rapport: 

    1. Zet als eerste stevig in op het vergroten van de vraag naar biologische producten.
    2. Zorg als LNV samen met provincies dat er extra grond beschikbaar komt voor de omschakeling van gangbaar naar biologisch.  
    3. Zet dierenwelzijn in de etalage als typerend aan de biologische veehouderij. Onderzoek tegelijkertijd hoe de biologische veehouderij meer dierwaardiger kan.  
    4. Zorg voor een onderzoeksprogramma voor de biologische akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt hoe een hogere opbrengst behaald kan worden zonder chemische middelen.
    5. Het is onduidelijk of meer biologische landbouw leidt tot netto klimaatwinst in Europa of wereldwijd, want dit is afhankelijk van veel factoren. Nader onderzoek hiernaar is nodig.  

        Bronnen

        (1)