Nieuws

Op weg naar minder gewasbeschermings­middelen door robuuste land- en tuinbouw

Man aan veldrand - via Bionext
Bionext
Samenvatting
  • Onderwerp
    Alternatieven voor gewasbeschermings-middelen
  • Interessant voor
    Akkerbouwers, (boom)kwekers en (glas)tuinders
Bekijk de bronnen
Minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door meer gebruik te maken van de natuur. Welke kansrijke acties zijn er om dit te bereiken? En welke acties hebben het meeste effect? Er is nu een inventarisatie voor de sectoren akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt, fruit- en boomteelt, glastuinbouw en bollenteelt.

De aanleg van een gevarieerde singel zorgt voor een grote toename van de biodiversiteit in fruitteelt (vooral hard fruit) en boomteelt. Met een gevarieerde haag is de kans groter dat een teler functionele insecten aantrekt die hun werk als natuurlijke vijanden van bijvoorbeeld luis of als bestuiver in de bomen kunnen doen. De aanleg van zo’n haag is ook praktisch goed toepasbaar. Dat blijkt uit een inventarisatie van kansrijke maatregelen om land- en tuinbouw meer te verbinden met natuur.  

Onderzoekers gingen op zoek naar kansrijke natuurmaatregelen om land- en tuinbouw meer weerbaar te maken waardoor ziekten en plagen minder kans krijgen. Dit onderzoek draagt bij aan de route naar een meer weerbare en duurzame Nederlandse land- en tuinbouw, waardoor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen zal verminderen. Dit alles met een blijvend economisch perspectief voor agrariërs en telers. Dit doel is vastgelegd in de Toekomstvisie gewasbescherming 2030. 

Land- en tuinbouw en natuur met elkaar verbinden 

De inventarisatie geeft maatregelen die bijdragen aan het meer verbinden van land- en tuinbouw met natuur in relatie tot gewasbescherming. Allereerst zijn de onderzoekers op zoek gegaan naar maatregelen in binnen- en buitenland. Dat leverde een long list van 38 maatregelen op. Deze maatregelen zijn besproken op discussieavonden met ministeries, agrariërs, agrarische collectieven, ketenpartijen en kennisinstituten. Hierdoor is de long list teruggebracht tot een short list per sector.  

De acties uit het rapport vallen uiteen in vijf categorieën:

  1. Aanleg van verblijfplaatsen van natuurlijke bestrijders en roofdieren. Denk aan nestkasten voor roofvogels of vleermuizen of de aanleg van een houtwal, haag of bloeiende akkerrand.
  2. Aanpassingen in de teelt, zoals niet kerende grondbewerking, mengteelt of agroforestry.
  3. Toevoegingen aan de bodem, waarmee het organische stof gehalte in de bodem wordt verhoogd.
  4. Vanggewassen en groenbemesters.
  5. Actieve biologische bestrijding met gekweekte natuurlijke bestrijders.

Overzicht maatregelen per sector 

      Per sector staat in het rapport een overzicht waarin de maatregelen staan gerangschikt van de meest effectieve maatregel naar de minst effectieve maatregel. Het meeste effect is vastgesteld door de acties te scoren op: bijdragen aan biodiversiteit, toepasbaarheid en de bijdrage aan de Toekomstvisie gewasbescherming.  

      Daarna volgt per maatregel een overzicht met meer informatie over de bijdrage aan de biodiversiteit, verwijzing naar bronnen, de mate van toepasbaarheid, welke kennis nog ontbreekt en meer.  

      De onderzoekers benadrukken dat hun verwachting is dat combineren van maatregelen het meeste effect zal geven. En dat er uiteraard moet worden ingezet op het wegnemen van belemmeringen, zodat telers ook alle ruimte krijgen om diverse acties in te zetten op hun bedrijf. Nu zijn er bij sommige maatregelen nog bedreigingen in de vorm van wet- en regelgeving of onduidelijke resultaten van onderzoek naar het effect van een maatregel. Subsidiemogelijkheden of andere financiële ondersteuning moeten maatregelen ook mogelijk maken voor de individuele tuinder of boer.

      Akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt 

      Op de lijst voor de akkerbouw en vollegrondsgroenteelt staan 29 kansrijke maatregelen. Een gevarieerde haag en bloemrijke akkerranden delen de eerste plaats, gewasrotatie sluit de top 3. In de middenmoot staan maatregelen als natuurvriendelijke oevers, duurzaam slootbeheer en niet-kerende grondbewerking. De laagst scorende maatregel is de braakliggende rand.

      Fruit- en boomteelt 

      Voor de fruit- en boomteelt zijn er dertien acties om de teelt meer te verbinden met natuur. Naast het aanleggen van een gevarieerde singel biedt ook de aanleg van bloeiende perceelsranden veel effect. De laagst scorende maatregel is de inzet van natuurlijke bestrijders en parasieten.

      Bollenteelt  

      De topper van de zeven maatregelen voor de bloembollenteelt is het gebruik van een groenbemester, op nummer 2 staat de bloeiende akkerrand. Biostimulanten staan onderaan, vooral vanwege beperkte praktische toepasbaarheid. Dat geldt overigens ook voor biologische bestrijding en voor mengteelt/strokenteelt, die daardoor ook laag op de lijst eindigen.

      Glastuinbouw  

      De maatregel met verreweg de grootste bijdrage aan de biodiversiteit is in de glastuinbouw het aanbrengen van een meer diverse begroeiïng rondom de kas. Dit scoort ook goed op praktisch toepasbaarheid. De overige zes maatregelen kennen een opvallend veel kleinere bijdrage aan de biodiversiteit.

      Bronnen

      (2)